Over de wesp
Knotswespen zijn slanke wespen met een tubevormig lichaam met gele, witte of rode tekening op een zwartlijf. Ze lijken wel wat op halmwespen, een groep van de bladwespen. De antennes van mannetjes kunnen verdikt zijn, vandaar de Nederlandse naam voor deze groep wespen. De meeste knotswespen parasiteren op solitaire bijen, vooral soorten die stuifmeel tussen de buikharen van het achterlijf verzamelen. Ze leggen hun eieren in het nest van een bij. De knotswesp larve die voor de bijenlarve uit het ei komt zuigt eerst het ei van de bij leeg en eet dan het voor de bij bedoelde stuifmeel op. Uit Nederland zijn vier soorten bekend.
De kleine knotswesp is zwart met witte vlekjes op het achterlijf, ze zijn 6,5-9mm lang. Ze zijn te vinden langs bosranden, op oude weidepalen langs graslanden en in het stedelijk gebied. Ze zijn actief in de periode juni-augustus. In de tuin zijn ze vaak te vinden bij bijenhotels. Ze zijn weinig beweeglijk en zitten vaak stil en vallen dan niet op. De kleine knotswesp parasiteert op de tronkenbij. Ze heeft maar een paar seconden nodig om het ei te leggen. De larve komt na twee tot drie dagen uit, terwijl de bijenlarven daar vier tot vijf dagen voor nodig hebben. Het uitzuigen van het bijen ei kost vier tot vijf dagen, daarna is het stuifmeel aan de beurt. Na 18 tot 21 dagen is de larve volgroeid en begint ze een cocon te spinnen. In een onderzoek bleken 63 van de 175 gevonden broedcellen van de tronkenbij geparasiteerd te zijn.
Fotograaf:
Foto: Annemiek van Dijk